Acquoy - West Betuwe

Indonesië.

Ik ben geboren in Indonesië vlak na de tweede wereldoorlog. Mijn ouders waren Nederlanders die in de krijgsgevangenkampen hadden gezeten. Omdat mijn ouders lid waren van de Nieuw-Apostolische Kerk en omdat mijn vader naast zijn gewone werk een ambtsdrager binnen deze kerk was, bleven wij langer in Indonesië dan de meeste Nederlanders die de oorlog overleefd hadden. Hij preekte in het Indonesisch en als kind hoorde ik in de kerk dus veel kerkse taal in het Indonesisch.

In 1958 kwamen wij in Nederland omdat de situatie daar te gevaarlijk werd en korte tijd daarna overleed mijn vader op de leeftijd van 44 jaar.

De jaren gingen voorbij en kortgeleden kwam mijn oudste zoon met de idee om naar Indonesië op vakantie te gaan. Hij wilde onder andere het kamp Struiswijk waar mijn moeder en zus, van toen drie jaar, verbleven hadden in Japanse gevangenschap, bezoeken. Hij vertelde mij over zijn plannen en om een lang verhaal kort te maken: we gaan met een gezelschap van ondergetekende, mijn oudste dochter met haar dochter van twaalf jaar en mijn oudste zoon met zijn vrouw en vier kinderen in de leeftijd van zes tot vijftien jaar, dus een groep van negen man, naar de gordel van Smaragd.

Dit alles ter inleiding.

In de voorbereiding kwam uiteraard de taal ter sprake en ik bemerkte tot mijn vreugde dat ik nog een groot aantal woorden in het Indonesisch kende. Naderhand bleek mij dat het voornamelijk de taalschat van een tienjarige was en dan ook nog een taal die in de kerk gebruikt werd en dat gaf reden tot hilariteit want ik stelde me voor dat ik op een markt in Bandung stond en aan een verkoper vroeg:

“Sudara sudari, jang ku tjinta, berapa harus itu pisang” hetgeen in vloeiend Indonesisch betekent: “geliefde broeders en zusters, hoeveel kost die banaan”.

“Hari Mingu” kende ik nog, hetgeen "zondag” betekent maar de andere namen van de week moet ik nog leren. Uit een refrein van een lied: “sperti saldju” hetgeen betekent "als de sneeuw” is ook geen alledaags begrip in Indonesië. Ik kon meepraten over “il iblis” wat” duivel” betekent, maar op vakantie komt het volgens mij niet zo snel van pas en als een Indonesiër mij bevraagt over mijn vader en ik zeg: “Bapa kami jang ada di Sorga” wat betekent “Onze Vader die in de hemelen zijt” is dat wel waar maar niet geheel correct want hier wordt een andere “Vader” bedoeld.

Kortom, ik moet nog hard leren voordat ik met een geruster hart op vakantie kan gaan. U hoort nog hoe het verder gaat.

Reacties: hermanuszweye@gmail.com