Fortvrijwilligers Kees Kerver en Willem Heemskerk kregen bezoek van Jan Sepp en zijn vrouw Nanette uit Amsterdam. Zij brachten een fotoboek mee van vader Wim Sepp, die in 1939 en 1940 het bevel voerde over de mortiergroep in het fort en dat brengt een persoonlijke geschiedenis van toen in beeld. ,,Het is zulk authentiek materiaal.”
Wim Sepp overleed in 2001, en zoon Jan (71) vond het album van zijn vader in een kist op zolder. ,,Voor genealogisch onderzoek hoef ik het niet te bewaren, maar ik wil het ook niet zomaar bij het oud papier gooien”, vertelt hij tegen Kerver (70) en Heemskerk (67).
We zitten in de voormalige genieloods op het fortterrein aan de Langendijk in Acquoy, tegenwoordig een café-restaurant. ,,Het album is een waardevol object’’, zegt Heemskerk enthousiast, nadat de cappuccino’s zijn gebracht: ,,Het past helemaal in onze visie de geschiedenis uit te dragen aan de hand van personen die iets te maken hebben gehad met het fort.”
Kerver en Heemskerk geven rondleidingen en vertellen groepen kinderen over de Waterlinie en het soldatenleven. Het fotoboek met het verhaal van Wim Sepp zal ze helpen de geschiedenis dichterbij te brengen.
Authentiek materiaal
In de zomer van 1939 werden vanwege de internationale spanningen Nederlandse mannen gemobiliseerd. Ook Wim Sepp (destijds een twintiger) moest zich melden. Net terug van een verlovingsreis naar Kopenhagen met zijn Ina lag er een mobilisatieoproep op hem te wachten.
De oproep is voorzien van een handgeschreven zinnetje door zijn verloofde: ‘Wim is door naar Den Haag’. Kerver is euforisch: ,,Het is zulk authentiek materiaal.”
In het mobilisatiecentrum van Woudrichem kreeg Sepp zijn uitrusting en vertrok naar Asperen. Soldaten moeten goed en veel eten, en daar profiteerde de bevolking van het nabij gelegen stadje Asperen van, weet Kerver. ,,Omwonenden werden ingehuurd om aardappels te schillen bijvoorbeeld, en wat er overbleef mochten ze zelf opeten. Behalve in het Fort werd er ook gekookt en overnacht in de garage van Kleijn, zoals te zien is in de film die zijn zoon aan het Fort uitgeleend heeft.”
Jan Sepps vader hoefde als officier niet in het koude, vochtige Fort of in de overvolle garage te verblijven, maar werd bij de notabelen ondergebracht, weet hij. Het album bevat behalve foto’s van de Fortmanschappen, mortieren, schuilplaatsen en de natuur, de mobilisatieoproep van Wim Sepp, en een persoonlijke brief aan zijn ouders (‘lieve Mamma en Pappa’), gedateerd: Asperen, 11 mei 1940.
Wim schrijft: ‘Het is zoo ver.’ De Duitsers waren Nederland binnengevallen. En dan stelt hij zijn ouders gerust: ‘Wij hooren er niets van. Voorloopig is er hier nog geen reden tot ongerustheid, alleen vliegeraanvallen, die wij keeren.’
Pistool
Na de overgave is Wim Sepp teruggegaan naar zijn baan bij de politie. Maar toen gedemobiliseerde officieren zich moesten melden en alsnog krijgsgevangen werden gemaakt, is hij ondergedoken.
,,Gedurende die periode heeft hij wellicht iets in het verzet gedaan”, denkt zijn zoon. ,,Uit de verhalen die hij over de oorlog vertelde, sprak in ieder geval zijn frustratie. Hij heeft nog een pistool afgepakt van een Duitse jongen. Het waren spannende tijden met gekke verhalen.”
In een van de twaalf ruimtes van het twee verdiepingen tellende Fort ligt een geplastificeerde kopie van het oorspronkelijke fotoboek van Wim Sepp op een lessenaar. Er staan ook fotoborden met toelichting. Kerver: ,,Met particuliere documenten, foto’s en kleding geven we het fort een persoonlijk karakter, en brengen we de militairen en de bevolking, dicht bij het publiek.”
Die insteek sluit aan bij het Vliegeniersmuseum Sky of Hope, dat eveneens in het fort ondergebracht is.
Het dagboek van zijn ouders over hun verlovingstijd houdt Jan Sepp graag in eigen bezit, maar hij is blij dat het fotoalbum een goede bestemming gevonden heeft.
Kerver en Heemskerk willen nog kwijt dat vrijwilligers en relevante objecten zeer welkom blijven.